STATUTEN
NAAM EN ZETEL
Artikel 1
De coöperatie draagt de naam: Coöperatieve vereniging Energiecoöperatie Beverwijk,
genaamd “EcoBeverwijk” U.A. en is gevestigd te Beverwijk.

DOEL
Artikel 2 1. Het doel van de coöperatie is:

a. Bij te dragen aan het oplossen van de individuele en collectieve energievraagtukken en de daarbij behorende vragen rond duurzamer wonen en werken, waarmee de inwoners en anderen van Beverwijk te maken hebben.
b. Het stimuleren en realiseren van besparingen op het energiegebruik in de gemeente Beverwijk.
c. Het in de gemeente Beverwijk stimuleren van het gebruik van energie uit duurzame bronnen, die zoveel mogelijk lokaal/regionaal wordt geproduceerd of opgewekt.
d. Het stimuleren en (doen) realiseren van duurzame energieproductie in en om de gemeente Beverwijk ten behoeve van haar leden in de ruimste zin.
e. Het stimuleren en realiseren van andere verduurzamingsmaatregelen in en rondom woningen van haar leden in de ruimste zin. f. Het uitoefenen van een bedrijf gericht op in-en verkoop van duurzame energie en bouw- en isolatiematerialen, bij voorkeur lokaal/regionaal geproduceerd of geleverd.
g. Het realiseren van een bedrijf ter verwezenlijking van bovenstaande (zie f) ten behoeve van de leden.
h. In het kader van haar bedrijf overeenkomsten te sluiten met haar leden; de coöperatie is ook bevoegd overeenkomsten met derden te sluiten.

2
2. Zij tracht dit doel te bereiken door:

a. het delen van informatie over energie besparen en overige verduurzamingsmogelijkheden in woningen, gebouwen en openbare ruimten alsmede over het opwekken en het gebruik van energie uit duurzame bronnen;
b. het initiëren, stimuleren, ondersteunen en (mede-)financieren van demonstratie- en educatieprojecten met betrekking tot energie besparen en gebruik van duurzame energie; c. het uitoefenen van een bedrijf gericht op duurzaam gebruik van energie ten behoeve van de leden;
d. het verwerven, oprichten en exploiteren van één of meer bronnen van duurzame energie;
e. het oprichten en uitoefenen van een bedrijf gericht op in- en verkoop van duurzaam (bij voorkeur lokaal) opgewekte energie;
f. het oprichten van, deelnemen in of samenwerken met organisaties met een aan het doel van de coöperatie verwante doelstelling of een doel dat daartoe bevorderlijk kan zijn;
g. realisering van besparingen door collectieve inkoop van goederen en diensten; h. alle overige wettelijke middelen.

MIDDELEN
Artikel 3
De middelen van de coöperatie bestaan uit: – lidmaatschapsgelden; – bijdragen van donateurs en sponsoren; – giften, erfstellingen, legaten, subsidies; – leningen van leden, onder de voorwaarden en bedingen als geregeld in een huishoudelijk reglement; – leningen van derden; – winst uit ondernemerschap; – andere geldmiddelen.

DONATIES EN SPONSORGELDEN
Artikel 4
1. Donaties Donateurs zijn zij die eenmalig, geregeld of periodiek een bedrag hoger of gelijk aan een door het bestuur vast te stellen minimum voldoen om daarmee de coöperatie in haar doelstellingen te ondersteunen.
Donateurs zijn tevens zij die een door het bestuur als zodanig gewaardeerde donatie in natura, waaronder begrepen arbeid en/of materialen, voldoen om daarmee de coöperatie in haar doelstellingen te ondersteunen.
Donateurs hebben geen stemrecht in de Algemene Ledenvergadering.
Als een jaarlijks donateurschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de contributie voor het gehele betreffende jaar verschuldigd.

2. Sponsorgelden Sponsors zijn zij die eenmalig of meermalig een bedrag of product doneren om daarmee de coöperatie in haar doelstelling te ondersteunen. Over de tegenprestatie wordt in het gesprek overlegd tussen de sponsor en het bestuur van de coöperatie.
Sponsoren hebben geen stemrecht in de Algemene Ledenvergadering.

LEDEN
Artikel 5
De coöperatie kent leden, die natuurlijk- of rechtspersoon kunnen zijn en de vrije beheers- en beschikkingsbevoegdheid over hun vermogen dienen te hebben.
Artikel 6 1. De coöperatie kent de volgende ledencategorieën: a. natuurlijke personen; b. verenigingen en stichtingen; c. bedrijven en instellingen.
2. Een persoon als bedoeld in artikel 5 die als lid wenst toe te treden richt een daartoe strekkend verzoek aan het bestuur met opgave van:
a. bij een natuurlijk persoon: naam, adres, woonplaats en geboortedatum;
b. bij een rechtspersoon: een recent uittreksel uit het handelsregister;
c. bij een overheidslichaam: een afschrift van een rechtsgeldig besluit tot toetreding als lid. 3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere vereisten aan het lidmaatschap worden gesteld.

4. Op een aanvraag van het lidmaatschap wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zes weken door of namens het bestuur beslist. Het bestuur kan een dergelijke beslissing eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen.

5. Ingeval van niet-toelating kan de Algemene Ledenvergadering, op voorstel van tenminste vijf van haar leden die lid zijn op moment van uitschrijving van de vergadering, alsnog tot toelating beslissen.

6. Het lidmaatschap kan slechts na goedkeuring door het bestuur van de coöperatie overgaan of worden overgedragen.

7. Ieder lid is bij de aanvang van het lidmaatschap en vervolgens jaarlijks gehouden aan de coöperatie een bij huishoudelijk reglement te bepalen inleg- en/of lidmaatschapsgeld te verstrekken. De precieze regeling van lidmaatschap wordt in een huishoudelijk reglement nader vastgelegd

LEDENREGISTER
Artikel 7

1. Het bestuur draagt zorg voor het bijhouden van een register, waarin alle leden zijn opgenomen.
2. Van natuurlijke personen worden tenminste naam, adres, en woonplaats vermeld. Ten aanzien van leden-rechtspersonen wordt tevens ingeschreven degene die de rechtspersoon zal vertegenwoordigen, bij gebreke waarvan de rechtspersoon onbevoegd is enig recht jegens de coöperatie uit te oefenen.
3. Ieder lid is gehouden van adreswijziging opgave te doen aan het bestuur.
4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels gesteld worden ten aanzien van de inrichting en het bijhouden van het register, de gegevens die elk lid dient te verstrekken en het afgeven van afschriften of uittreksels aan de leden.

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LEDEN
Artikel 8
De leden zijn niet aansprakelijk voor de schulden van de coöperatie, noch tijdens hun lidmaatschap noch later, noch voor een tekort ingeval van een ontbinding of gerechtelijke vereffening.

EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 9
1. Het lidmaatschap eindigt door:
a. het overlijden van een lid-natuurlijk persoon of door de ontbinding van een lid rechtspersoon;
b. de opzegging door het lid;
c. de opzegging door het bestuur, namens de coöperatie, wegens het niet (meer) voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap door statuten of huishoudelijk reglement gesteld, of wanneer redelijkerwijze van de coöperatie niet (meer) gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. ontzetting door het bestuur, indien het lid in strijd met de statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de coöperatie handelt of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt; de betrokkene wordt vooraf door het bestuur gehoord en wordt vervolgens ten spoedigste schriftelijk van het besluit tot ontzetting in kennis gesteld, onder opgave van de redenen; hem staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving beroep op de algemene vergadering open; gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door het bestuur moet geschieden per brief of e-mail, tenminste vier weken voor het einde van een boekjaar. Het lidmaatschapsgeld (contributie) en/of inleggeld is voor het gehele boekjaar betaald en kan niet teruggevorderd worden.

ALGEMENE LEDENVERGADERING
Artikel 10 1.
De Algemene Ledenvergadering bestaat uit de verzamelde leden van de in artikel 6 genoemde ledencategorieën. Aan haar komen alle bevoegdheden toe die door de wet en deze statuten aan haar zijn opgedragen.
2. De Algemene Ledenvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur of een door de voorzitter daartoe aangewezen persoon.
Van het ter vergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of een door de voorzitter daartoe aangewezen persoon.
In geval van ontstentenis of belet voorziet de vergadering zelf in haar leiding en verslaglegging.
5. Notulen worden aan de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering ter vaststelling voorgelegd en na vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend. 3. De Algemene Ledenvergadering vergadert ten minste eenmaal per jaar, daartoe opgeroepen door het bestuur van de coöperatie. Deze vergaderingen vinden plaats in de gemeente waarin de coöperatie is gevestigd.
4. Toegang tot de Algemene Ledenvergadering hebben de leden, de bestuursleden, leden van door het bestuur benoemde organen, alsmede degenen die door het bestuur en/of de Algemene Ledenvergadering daartoe zijn uitgenodigd.

BIJEENROEPING ALGEMENE LEDENVERGADERING
Artikel 11 1. Het Bestuur roept de Algemene Ledenvergadering bijeen wanneer het daartoe volgens deze statuten verplicht is en voorts zo vaak zij dit wenselijk acht.
2. Oproeping geschiedt schriftelijk door middel van een mededeling gericht aan het volgens het ledenregister laatst bekend (e-mail)adres van elk lid, en/of door een advertentie in een ter plaatse waar de coöperatie gevestigd is, veelgelezen nieuwsblad, met inachtneming van een oproepingstermijn van tenminste veertien dagen.
3. Op schriftelijk verzoek van tenminste tien procent van de stemgerechtigde leden, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering, op een termijn van niet langer dan zes weken.
Als aan een dergelijk verzoek niet binnen veertien dagen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan volgens dit artikel.

BESLUITVORMING ALGEMENE LEDENVERGADERING
Artikel 12
1. Stemgerechtigd in de Algemene Ledenvergadering zijn alle niet geschorste leden.
2. Elk stemgerechtigd lid kan schriftelijk volmacht tot het uitbrengen van zijn stemmen verlenen aan een ander stemgerechtigd lid.
Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee stemgerechtigden als gevolmachtigde optreden.
3. Een lid heeft geen stemrecht over zaken die hem, zijn echtgenoot of één van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn betreffen. Het bepaalde in dit artikel blijft onverkort van toepassing.
4. Elk besluit wordt genomen bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen; blanco stemmen gelden als niet uitgebracht.
5. Stemming over zaken geschiedt mondeling, tenzij de voorzitter schriftelijke stemming wenselijk vindt; bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen.
6. Voor zover er tussen personen moet worden gekozen, dan moet dit schriftelijk middels, gesloten of dichtgevouwen stembriefjes. Behaalt niemand de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, dan vindt een tweede stemming plaats. Wordt ook dan geen volstrekte meerderheid behaald, dan vindt een herstemming plaats tussen de twee personen die de meeste stemmen behaald hebben. Zijn dit meer dan twee personen, dan wordt vóór de herstemming door loting bepaald, welke persoon van de herstemming is uitgesloten. Heeft ook na de herstemming niemand de volstrekte meerderheid behaald, dan beslist opnieuw het lot wie van de twee niet is gekozen.
7. In alle gevallen mag op voorstel van een of meer leden ook bij wijze van acclamatie een besluit worden genomen, mits geen stemgerechtigd lid zich hiertegen verzet.
8. De voorzitter van de vergadering beslist over de geldigheid van een uitgebrachte stem en over de wijze, waarop geloot zal worden.
9. De voorzitter oordeelt over de vraag of de vergadering al dan niet een besluit heeft genomen en wat de inhoud is van een besluit over een voorstel.
10. Indien onmiddellijk na het uitspreken van het in het voorgaande lid bedoelde oordeel de juistheid ervan wordt betwist, dan vindt, indien de meerderheid der vergadering dat verlangt, een herstemming plaats. Hiermee vervalt elk rechtsgevolg van de oorspronkelijke stemming.
11. Voorzover geen dwingend recht zich daartegen verzet kunnen oproepingen, voorstellen, vergaderingen en stemmingen worden gehouden per elektronisch medium.
12. De Algemene Ledenvergadering bespreekt in ieder geval de jaarstukken (algemeen en financieel; zie artikel 21), statutenwijzigingen (zie de artikelen 24 en 25) en voor zaken die verplichtingen betreffen met grotere financiële risico’s’ dan opgenomen in de begroting.

BESTUUR
Artikel 13
1. Het bestuur van de coöperatie bestaat uit ten minste drie door de Algemene Ledenvergadering uit haar midden te benoemen leden. Dat geldt niet voor het oprichtingsbestuur. Het maximum aantal bestuursleden wordt bepaald door de Algemene Ledenvergadering.
2. Het bestuur kiest uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, alsmede hun vervanger. De voorzitter, secretaris en penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur.
3. Bestuursleden kunnen, met opgaaf van redenen, door de Algemene Ledenvergadering worden geschorst en ontslagen.
4. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig bestuur blijft bevoegd.
5. Leden van het bestuur kunnen hun voor de coöperatie gemaakte onkosten declareren bij de penningmeester.
6. Leden van het bestuur kunnen voor hun werkzaamheden een door de Algemene Vergadering vast te stellen vergoeding toegekend krijgen.

Artikel 14 De verdere regels omtrent benoeming en aftreden van bestuursleden wordt geregeld in het huishoudelijk regelement.

BESTUURSBEVOEGDHEDEN
Artikel 15
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie en is daartoe bevoegd alle
7
rechtshandelingen te verrichten, tenzij de statuten anders bepalen. 2. Het bestuur is bevoegd in het kader van de coöperatieve onderneming met haar leden overeenkomsten te sluiten, met inachtneming van dit artikel. 3. Het bestuur is bevoegd in het kader van de coöperatieve onderneming met derden overeenkomsten te sluiten, met inachtneming van dit artikel en met dien verstande dat daardoor de overeenkomsten met de eigen leden niet van ondergeschikte betekenis zijn. 4. Zonder toestemming van de Algemene Ledenvergadering is het bestuur niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken of andere registergoederen, noch tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. 5. Besluiten tot het aangaan van geldleningen en andere overeenkomsten en rechtshandelingen behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering voor zover dit volgt uit het huishoudelijk reglement.

BESTUURSVERTEGENWOORDIGING
Artikel 16 1. Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie.
Daarnaast kan de coöperatie in en buiten rechte worden vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met een ander bestuurslid. 2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van een (doorlopende) volmacht aan een of meer personen om ter uitvoering van een besluit van het bestuur of van de ledenraad, binnen de grenzen van die volmacht de coöperatie te vertegenwoordigen. 3. De penningmeester kan door het bestuur van de coöperatie bevoegd verklaard worden tot het innen en betalen van vorderingen en schulden. De Algemene Ledenvergadering kan desgewenst bepalen dat voor het opnemen van gelden of het beschikken over een krediet bij een bankinstelling, indien de opname of de beschikking een bepaald bedrag overschrijdt, de medewerking van een daartoe aangewezen (ander) lid van het bestuur vereist is.
BESTUURSVERGADERINGEN
Artikel 17 1. Het dagelijks bestuur bepaalt de wijze en de frequentie van het aantal bestuursvergaderingen. 2. In het bestuur kunnen alleen besluiten worden genomen indien ten minste de helft van de bestuursleden ter vergadering aanwezig is. 3. Het bestuur kan ook buiten haar vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden zich schriftelijk, waaronder ook wordt verstaan een schriftelijk elektronisch medium, aangaande het voorstel hebben uitgesproken en het besluit de instemming heeft van alle bestuursleden. Van besluiten op deze wijze tot stand gekomen wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering mededeling gedaan. De schriftelijke instemmingverklaringen van de bestuursleden dienen bij het in dit artikel bedoelde notulenboek bewaard te worden. 4. Het oordeel van de voorzitter is niet beslissend over de vraag of een besluit is genomen en
evenmin ten aanzien van de inhoud van een besluit. 5. Het bestuur houdt van het in zijn vergaderingen behandelde aantekening in een Notulenboek, waarin tevens te vinden zijn een actie- en een besluitenlijst. 6. Voor zover geen dwingend recht zich daartegen verzet kunnen oproepingen, voorstellen, vergaderingen en stemmingen worden gehouden per elektronisch medium.

DIRECTIE
Artikel 18 1. Het bestuur laat zich desgewenst bijstaan door een directie bestaande uit een of meer natuurlijke personen dan wel rechtspersonen. 2. De leden van de directie worden benoemd door het bestuur. 3. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid van de organen van de coöperatie, conform de regelingen en bepalingen in een aanstellingsbrief. 4. Leden van het bestuur van de coöperatie kunnen geen deel uitmaken van de directie, met dien verstande dat indien een bestuurslid wordt benoemd tot directie of vice versa er een overgangsperiode geldt van zes maanden waarbij een persoon zitting kan hebben in beide organen van de coöperatie. 5. Een directeur kan worden belast met de dagelijkse leiding van de onderneming van de coöperatie alsmede met de uitvoering van besluiten van de organen van de coöperatie, conform de regelingen en bepalingen in een aanstellingsbrief.

RAAD VAN ADVIES
Artikel 19 1. Het bestuur kan besluiten tot het instellen van een Raad van Advies, bestaande uit een door het bestuur te bepalen aantal personen. 2. Leden van een Raad van Advies worden benoemd en ontslagen door het bestuur; een Raad van Advies kan zelf personen voordragen voor benoeming; een dergelijke voordracht is niet bindend. 3. Leden van een Raad van Advies dienen een aantoonbare affiniteit te hebben met de doelstelling van de coöperatie. Zij behoeven geen lid te zijn van de coöperatie. 4. Leden van het bestuur van de coöperatie kunnen geen deel uitmaken van een Raad van Advies. 5. De Raad van Advies staat het bestuur, gevraagd of uit eigen beweging, met raad en daad terzijde en adviseert het bestuur aangaande het bestuursbeleid. 6. Het bestuur verschaft de Raad van Advies de voor de uitoefening van haar adviserende taak benodigde gegevens. 7. De Raad van Advies wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan. 8. Leden van de Raad van Advies kunnen voor hun werkzaamheden een door de ledenraad vast te stellen vergoeding toegekend krijgen.

BOEKJAAR
Artikel 20 Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Het eerste boekjaar eindigt op éénendertig december tweeduizend twintig (31-12-2020).

JAARREKENING EN JAARVERSLAG
Artikel 21 1. Het bestuur brengt op een Algemene Ledenvergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, een jaarverslag uit en legt, onder overlegging van de benodigde bescheiden, rekening en verantwoording af over haar in het afgelopen boekjaar gevoerd beheer. Tevens biedt het bestuur, ter vaststelling door de Algemene Ledenvergadering, de jaarrekening aan, welke moet worden opgesteld met inachtneming van titel 8 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 2. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt hiervan melding gemaakt onder opgave van redenen. 3. Het bestuur draagt zorg dat de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de krachtens – artikel 392 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens, vanaf de oproeping voor de Algemene Ledenvergadering, bestemd tot behandeling van de jaarrekening, bij de secretaris aanwezig zijn. De leden kunnen op afspraak deze stukken inzien en er tegen kostprijs een afschrift van verkrijgen. 4. De Algemene Ledenvergadering benoemt elk jaar een commissie van tenminste twee – leden, die geen deel uitmaken van het bestuur. Deze commissie onderzoekt de jaarrekening en verdere jaarstukken en brengt aan de Algemene Ledenvergadering schriftelijk verslag van haar bevindingen uit. 5. De termijn genoemd in het eerste lid, kan door de Algemene Ledenvergadering met ten hoogste vier maanden worden verlengd. 6. Indien de jaarrekening een batig saldo aangeeft boven het door de leden gestorte inleggeld en de eventuele wettelijke reserves, draagt de Algemene Ledenvergadering het bestuur op om volgens het winstverdelingsreglement te handelen.

WINSTVERDELING
Artikel 22 Winstverdeling als bedoeld in artikel 21 vindt plaats op basis van een winstverdelingsreglement, vast te leggen bij bestuursbesluit onderworpen aan de goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering.

VERMOGEN EN CERTIFICATEN
Artikel 23 1. De leden behorend tot ledencategorieën a. en b. kunnen besluiten een financieringsovereenkomst met de coöperatie aan te gaan waarbij zij financiële middelen aan de coöperatie verschaffen: a. ter deelneming in het eigen vermogen van de coöperatie; b. ter verstrekking van vreemd vermogen aan de coöperatie. 2. De deelneming van een lid in het eigen vermogen van de coöperatie wordt verdeeld in fracties met een in een apart participatiereglement vastgelegde nominale waarde, welke fracties worden aangeduid als participaties. 3. Deelneming middels participaties geschiedt onder gehoudenheid van de verkrijger tot
gelijktijdige storting van het nominale bedrag. Verkrijger kan zich ter zake van deze verplichting niet beroepen op schuldverrekening. 4. Het bestuur besluit tot uitgifte van participaties en het vaststellen van de voorwaarden waaronder toekenning kan plaatsvinden. Een dergelijk besluit is onderworpen aan goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering. 5. De participaties staan op naam en zijn slechts na toestemming van het bestuur overdraagbaar of vatbaar voor overgang. 6. Het bestuur draagt zorg voor een register waarin de namen en adressen van alle participatiehouders zijn opgenomen, onder vermelding van de aantallen en de specificaties die van belang zijn voor een juiste voldoening van de coöperatie aan haar verplichtingen jegens rechthebbenden. 7. Het bestuur verschaft een participatiehouder op zijn verzoek met betrekking tot zijn participaties inzage in het register bedoeld in dit artikel. 8. Behoudens het in deze statuten bepaalde heeft een lid geen enkele aanspraak op het eigen vermogen van de coöperatie.

STATUTENWIJZIGING
Artikel 24 1. In de statuten kan slechts een verandering worden aangebracht op voorstel van het bestuur, door een besluit van de Algemene Ledenvergadering tot welke vergadering opgeroepen is met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. 2. Het in het vorige lid genoemde voorstel moet op een geschikte plaats schriftelijk ter inzage gelegd worden, ten minste vijf dagen vóór de vergadering tot na afloop van de dag waarop de vergadering gehouden wordt. 3. Bij de oproeping moet de plaats worden vermeld waar het voorstel ter inzage aan de stemgerechtigde leden ligt. 4. Het voorgaande is niet van toepassing indien in de Algemene Ledenvergadering alle stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit met algemene stemmen genomen wordt.
Artikel 25 1. Een besluit tot statutenwijziging kan slechts genomen worden met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is dit aantal niet bereikt, dan wordt binnen een termijn van veertien tot dertig dagen na deze vergadering een nieuwe vergadering bijeengeroepen, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen, van de dan aanwezige stemgerechtigde leden. 2. Een besluit als bedoeld in dit artikel treedt pas in werking nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.

ONTBINDING VAN DE COÖPERATIE
Artikel 26
11
1. De coöperatie wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de Algemene Ledenvergadering, op welk besluit de artikelen 24 en 25 van overeenkomstige toepassing zijn. Bij het besluit wordt tevens bepaald de bestemming van een eventueel batig saldo. 2. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de coöperatie, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars worden benoemd.

HUISHOUDELIJKE REGLEMENTEN
Artikel 27 1. De Algemene Ledenvergadering kan één of meer reglementen (zoals een huishoudelijk reglement, bestuursreglement en om reglementen ten aanzien van investering, participatie en winstverdeling) vaststellen, waarbij nadere regels worden gegeven voor al hetgeen de vergadering dienstig acht. Deze regels mogen niet in strijd zijn met de wet of deze statuten. 2. Het besluit tot vaststelling of wijziging van een reglement moet geschieden op de wijze als bepaald in artikel 24 en conform artikel 12.